Table of Contents
Van dat verre land uit zal hij de dingen zien zoo als ze zijn. Want als je er midden in staat zie je de dingen niet in hun ware verhoudingen, maar op een afstand zie je ze zoo als ze zijn. Planten en bomen - Groningen. Hij zal 't wel gaan begrijpen. Maar ook al begreep hij 't nooit!
Wouter moest er nu al twee maanden zijn. En er was nog geen brief. Rubrecht's patroon informeerde bij een handelsvriend in Johannesburg en vrij gauw kwam er antwoord. Planten en bomen - Groningen. Zeker, de jonge Rubrecht was daar bekend, hij was bediende aan een groote handelsinrichting, een goede betrekking. Blij met dat bericht, trotsch op zijn zoon die daar toch maar weer zoo gauw een goede positie had gekregen, schreef de oude Rubrecht hem dadelijk zes zijdjes vol
Dag in dag uit zaten moeder en dochter te naaien . te zoomen. En toen kwam de drukte van het trouwen zelf. Maar een brief van Wouter kwam er niet. Planten en bomen - Groningen. In een roes van veel doen voor Anna en Wim trachtte moeder Rubrecht dat vlijmend leed te vergeten, maar iederen morgen was 't toch 't eerste weer waar ze aan dacht: Nog geen brief van Wouter
't Ging alles heel eenvoudig en burgerlijk toe. De familie van Wim bestond uit kleine winkeliers, kommiezen en klerken. Er was een dansavond waar veel werd gezongen en gezoend.... Maar op den trouwdag werd er niet rondgereden, dat had moeder Rubrecht niet gewild; Wim had 't land tegenover zijn familie.
't Was een heel eind van de oude gracht naar die nieuwe straat - Planten en bomen - Groningen. Er was nog altijd geen brief. Zoo bleven dan vader Rubrecht en zijn vrouw alleen in het bovenhuis op de smalle oude gracht. En altijd nog ging de oude boekhouder 's morgens om kwart voor negen naar kantoor en kwart over vijven kwam hij thuis
Waarvoor was die kwajongen noodig, hij kon 't nog best alleen af! 's Avonds sufte hij met zijn pijp of dutte in. Om den anderen dag zei hij 's: „Waarom of die Wouter toch nooit schrijft!. Planten en bomen - Groningen.” maar daar bleef 't dan bij. De arme moeder leed. Waarom, waarom deed hij haar dat aan? Kon hij dan niet vergeven? Begreep hij haar nog altijd niet? Hield hij niet meer van haar? Of was hij werkelijk ongelukkig, nog altijd, voor goed misschien?
Met plotseling drooggeschroeiden mond, de beenen zwaar van schrik was ze 't meisje voorbij geloopen. En ze had gezien, dat ze veel ouder was en bleeker en magerder.... Hoe kwam dat?.... Ze was toch altijd gezond geweest, 'n sterk kind, 'n krachtig, bloeiend meisje!.... Zou ze 'r dan toch over tobben?....
Neen!. neen!. Maar hoe kwam 't dan, dat ze er zoo slecht uitzag?. En toen kwam 't ergste wat de gemartelde vrouw overkomen kon, toen kwam de twijfel of ze 'r wel goed aan gedaan had, toen - Planten en bomen - Groningen. En 't was zooals ze zelf wel gevoeld had, toen was alles uit
En somber, somber werd 't op de oude smalle gracht; de regen droop van de bladerlooze boomen, zolderluiken klepperden in woeste windvlagen. En meestal sinds Anna trouwde zat de moeder in de voorkamer aan het middelste raam, aan dat tafeltje waar toen dat mandje bloemen op gestaan had, naar buiten te kijken, naar de grauwe wolkmonsters, de staag stuwende wolkgevaarten en naar het vuile groenbruine water in de gracht.
Dan placht hij zacht op haar te knorren, te zeggen, dat 't niet goed was, jezelf zoo melancholiek te maken door zoo in 't donker te blijven zitten, dan deed hij soms nog wel 's zijn best haar wat op te vroolijken, vertellend 't een of ander wat hij gehoord had op kantoor. (Planten en bomen - Groningen)
en dan hield hij maar op met een zucht - Planten en bomen - Groningen. Nu en dan kwam Anna 's middags en 'n enkele maal ging de moeder ook nog wel 's naar haar en Wim. Anna was gauw gewend aan haar nieuwe leven, aan die nieuwe straat; ze had kennis gemaakt met de buren en onderhield conversatie met de vrouw van den jongen bakker op de hoek en met de dochters van een hoofdinspecteur van politie
't Beviel haar allemaal uitstekend. En ál minder begreep ze haar moeder, ál meer vervreemdde ze van haar. En over Wouter dacht ze haast nooit. Planten en bomen - Groningen. Wèl zei ze soms, dat ze zoo verlangde naar een kind, want dat 't zoo'n „vervulling” zou zijn. „Met de lange avonden ook, ziet u, je weet niet wat je aldoor doen moet.” Wim verlangde er ook zoo naar
En Anna zag niet de oneindige treurigheid van dien glimlach - Planten en bomen - Groningen. En eens op een laten avond—Rubrecht zat te dutten over de krant—werd heel zacht de buitendeur dicht getrokken. 't Was 'n stille avond. De maan scheen. Moeder Rubrecht liep vlug over de stille gracht. Ze kwam een jongen man tegen, lang, krachtig gebouwd
De onbekende bleef staan, verbaasd. „Ben jij 't Wouter,” fluisterde ze, „goed . goed . ga maar gauw naar huis, vader zit zoo alleen . ik ga naar de tuin. Planten en bomen - Groningen.” „Je hebt de verkeerde voor, juffrouw,” riep de ander, „zoek je je zoon? (planten leasen).” „Me zoon?” zei ze, peinzend, „me zoon? o ja!
heb je 'm niet gezien?” „Nee, hoor! . niet gezien!.” zei de jongeman en stapte door. „Zeker gek!” mompelde hij. Ze liep door tot aan een smal zijsteegje. Daar ging ze in (Planten en bomen - Groningen). 't Liep dood, dat steegje, 't liep dood op een andere gracht. Heel aan 't eind stond een lantaarn, daar juist neergezet dat de menschen zien zouden, dat 't doodliep op 't water en er niet invallen
Verderop scheen de maan, maar voor haar lag 't in de schaduw van de huizen. Toen begon ze zacht te zingen een oud, oud kinderdeuntje: „'n Karretje over den zandweg reed, De maan scheen helder, de weg was breed, De voerman lag te rusten (mos panelen).” Verder kwam ze niet - Planten en bomen - Groningen. En zoo zacht liet ze zich afglijden, dat er geen plomp was in 't water
elk zullen vormen. Deel I is verschenen. door MARCEL LAURENT, Hoogleeraar aan de Universiteit te Luik EN W. A. E. VAN DER PLUYM (Planten en bomen - Groningen). Dit boek wordt uitgegeven in 4o formaat, en gedrukt op kunstdrukpapier; het verschijnt in 12 afleveringen, die te zamen een dik deel van omstreeks 400 bladzijden zullen vormen
Nu de lente in volle gang is kan Lotje, ondertussen 17 lentes jong, ook weer blij naar buiten. In de andere jaargetijden mag ze ook naar buiten hoor (niet buiten onze achtertuin trouwens), maar als het koud is stapt ze naar buiten, de haren springen acuut overeind, ze draait zich om en staat binnen enkele seconden weer binnen.
Als je goed kijkt lukt dan links wat beter dan rechts, blijkbaar hebben duiven genoeg branie om aan die kant toch wat blad aan te pikken (Planten en bomen - Groningen). Maar alle beetjes helpen, en eerlijk gezegd vind ik het een veel vrolijker gezicht dan al die netten die aan alle kanten dichtgemaakt moeten worden zodat vogels er niet in verstrikt kunnen raken
Blijkbaar kunnen ze er genoeg eten vinden (we hopen op slakken) want ze kunnen vrijelijk in en uit de kas lopen maar blijven binnen. Ook in de andere 2 kassen zitten padden, en ook die willen er niet uit. Ruud is hun grote vriend (en beschermheer), als ik in de kas iets ga planten of wieden komt Ruud altijd snel aangelopen om me voor de 47e keer te vertellen dat ik wel moet oppassen voor de padden, plus een beschrijving in welke hoek ze vandaag zitten.
En dan iets over onkruid (Planten en bomen - Groningen). In reactie op mijn laatste blog kreeg ik de tip om kalk of lavameel te strooien tegen heermoes, en dat vind ik heel aardig! Wie heermoes nog niet kent: Vrolijk plantje, hè? Ze wordt ook wel paardenstaart of kattenstaart genoemd. Het is heel aardig dat mensen me willen helpen om van dit onkruid af te komen
Ik vrees dat het nooit gaat lukken. Dat lukt zeker nog wel als je voor het eerst heermoes in je tuin hebt gekregen (via gekregen stekken of planten, of via de sporen), dan kun je haar zeker nog wel verdrijven. Maar in onze tuin niet meer (Planten en bomen - Groningen). En heermoes groeit dus op het hele volkstuinencomplex, als we haar uit zouden willen roeien, dan zouden alle leden en de gemeente Spijkenisse daar aan mee moeten helpen
Navigation
Latest Posts
Hoe Houd Je Planten In Leven?
Kunstbomen Huren?
Catalogus - Groendecoratie